Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [39]De tichelstenen [40]zijn gevallen, maar [met] [41]uitgehouwen stenen zullen wij [wederom] bouwen; [42]de wilde vijgebomen zijn afgehouwen, maar [43]wij zullen ze in cederen veranderen; 39. Dat is, de gebouwen van gebakken stenen, die zo heel sterk niet zijn, ook zo heel veel niet kosten. Alsof zij zeiden: Ofschoon wij van de Assyriers grote schade geleden hebben en onze huizen en goederen zeer verdorven en verwoest zijn [zie 2 Kon.15:29], zo vragen wij daar niet naar; wij willen alles beter opbouwen dan het tevoren geweest is. 40. Dat is, vergaan. 41. Anders, gesneden, geslepen, gepolijste stenen, die sterker zijn en meer kosten dan de bakstenen, ook bestendiger zijn. 42. Zie 1 Kon.10:27. De zin is: De huizen, die van wilde vijgebomenhout getimmerd waren. 43. Dat is, wij willen nu huizen gaan bouwen van cederhout, hetwelk veel beter en duurzamer is dan het wilde vijgebomenhout. Want het cederhout vergaat en verrot niet, maar het is zeer duurzaam, vanwege zijne droogte. Zie dergelijk grootspreken der trotse booswichten Mal.1:4.